Duits megaproces tegen deels Roermondse plofkrakers weer van start

In het Duitse Bamberg gaat maandag het proces verder tegen 16 plofkrakers. De jongemannen komen uit Nederland en België, waarbij Roermond als uitvalsbasis een prominente rol speelde. De mannen worden verdacht van tientallen plofkraken, met een miljoenenbuit maar ook miljoenenschade.

De Duitse justitie heeft flink uitgepakt voor het proces. Het wordt gevoerd op een opleidingsinstituut van de politie om voldoende ruimte te hebben en de veiligheid te waarborgen. Maar liefst 38 advocaten moeten de ruimte krijgen om hun 16 cliënten te kunnen verdedigen.

Het proces tegen de mannen, de meesten rond de dertig jaar, was al in april begonnen. Maar de advocaten stelden dat ze bewijsmateriaal te laat hadden gekregen. Ze vroegen en kregen uitstel van de zaak. Maandag gaat de zaak tegen de 7 Nederlanders, 3 Marokkanen, 3 Afghanen, 2 Roemenen en een Turk verder.

De plofkraken hadden grote impact in Duitsland. In een periode van enkele jaren werden vele tientallen geldautomaten opgeblazen, vaak in woonwijken. Het zijn er zoveel dat het Duitse openbaar ministerie ze niet eens allemaal in het proces meeneemt, het gaat nu om ‘slechts’ 31 gevallen. Daarbij wordt wel duidelijk om welke bedragen het gaat. In totaal bijna 7 miljoen euro schade en een buit van 3,5 miljoen euro. Het openbaar ministerie spreekt van een bende met ‘maffia-achtige structuren’.

De Duitse justitie heeft om aan te geven hoe de bende te werk ging al een plofkraak uitgebreid omschreven. Het gaat daarbij om de stad Luhe. Daarbij kwamen de drie verdachten op 22 oktober 2022 in een Roermondse garage bij elkaar. Ze trokken speciale donkere kleren aan om onherkenbaar te zijn. De professionaliteit ging zover dat mouwen en handschoenen met tape aan elkaar werden gemaakt om elke herkenbaarheid en het achterlaten van dna-sporen te voorkomen. Springstof en een vals kenteken werden ingeladen en er werd alleen gecommuniceerd via telefoons die bij terugkomst in de Maas werden gegooid.

Daarna gingen ze op weg en bliezen in het diepst van de nacht de automaat onderaan een kantoor- en woongebouw op. De buit bedroeg die nacht 173.000 euro, de schade was 2 ton. Bewoners moesten worden geëvacueerd. Het trio was er dan al lang met hoge snelheid in een zwarte Audi vandoor gegaan, een voor henzelf maar ook medeweggebruikers levensgevaarlijke rit die vaak zelfs op de autoweg met gedimde lichten werd gedaan.

De mannen stopten een keer om kentekens te wisselen en eenmaal in Roermond aangekomen werden gebruikte telefoons in de Maas gegooid en reden de mannen de Roermondse garage weer in. Daar stapten ze over in een onopvallende andere wagen.

Dat was de gemiddelde werkwijze van de plofkrakerbende. De Duitse justitie heeft 70 procesdagen ingepland. In eerdere vergelijkbare zaken werden straffen tot zeven jaar cel opgelegd.