Raad Leudal stemt in met nieuw accommodatiebeleid ondanks zorgen sportverenigingen

De gemeenteraad van Leudal heeft deze week ingestemd met het nieuwe accommodatiebeleid, ondanks felle kritiek van verschillende fracties en sportverenigingen die vrezen dat sporten straks te duur wordt.

Het beleid regelt hoe de gemeente omgaat met de financiering en het onderhoud van sport- en dorpsaccommodaties. Voor veel verenigingen betekent dit dat ze meer moeten gaan betalen voor het gebruik van hun sportvelden en gebouwen.

Lees ook: Zeventien clubs luiden noodklok: sporten straks onbetaalbaar in Leudal?

Verhoogde tarieven

De partijen D66, CDA en Samen Verder dienden een amendement in om de stijging van de tarieven iets te matigen. Volgens D66’er Jort Raemakers moet het beleid eerlijk zijn, maar ook realistisch: “Sport moet voor iedereen bereikbaar blijven. Daarom verlagen we de voorgestelde verhoging van 10 naar 8 procent voor voetbalverenigingen, en van 50 naar 25 procent voor tennisclubs.”

CDA-raadslid Dirk Jimmink benadrukte dat er nu eindelijk een einde komt aan het oude, “ad-hoc beleid”. “Met dit plan ontstaat een gelijk speelveld voor alle verenigingen en investeren we gericht in toekomstbestendige accommodaties.” Ook Maarten Verschuuren (Samen Verder) steunde het beleid: “We nemen de zorgen van verenigingen serieus, maar wat er nu ligt, is een eerlijk en gebalanceerd plan. Uitstel zorgt alleen maar voor onzekerheid.”

‘Verenigingen komen in de knel’

De oppositie was minder positief. Fractie Linssen en Ronduit Open hadden eerder samen met sportverenigingen een brief gestuurd aan het college, maar kregen daarop geen reactie. “Het blijft moeilijk om met deze coalitie samen te werken”, zei Stan Backus (Ronduit Open).

Backus waarschuwde dat het beleid voor sommige clubs het einde kan betekenen: “Het is niet uit te leggen dat handboogschutters niets extra betalen, maar tennissers 50 procent meer. Leudal houdt elk jaar geld over, dan is dit echt onbegrijpelijk.”

Reactie van het college

Wethouder Pieke Houben verdedigde het nieuwe beleid: “Er was jarenlang geen duidelijkheid. Sommige verenigingen kregen veel steun, anderen niets. Met dit plan maken we daar een einde aan. We trekken jaarlijks twee miljoen euro extra uit voor onderhoud, maar verenigingen moeten ook zelf verantwoordelijkheid nemen.” Over de zorgen van de oppositie zei Houben: “Ja, sommige verenigingen zullen meer moeten betalen, maar anderen profiteren juist. Dit beleid zorgt voor duidelijkheid en eerlijkheid.”

Het raadsvoorstel zelf werd uiteindelijk met een meerderheid van stemmen aangenomen. De oppositiepartijen waren tegen het voorstel.