Grote delen van de Maasdijken in Limburg zijn niet sterk genoeg om het water goed tegen te houden. Daarvoor waarschuwt Marja Hilders, lid van het Algemeen Bestuur van Waterschap Limburg, in een brief aan minister Tieman van Infrastructuur en Waterstaat.
Volgens haar is bijna twee derde van alle Limburgse Maasdijken afgekeurd en duurt het veel te lang voordat ze worden versterkt. Ook in Midden-Limburg is de situatie zorgelijk. Dorpen als Horn, Maasbracht, Linne, Leeuwen (Roermond-Noord) en Swalmen liggen op zogenoemde hoge gronden. Dat zijn natuurlijke verhogingen die vaak als dijk dienen, maar die niet officieel als waterkering zijn beoordeeld of onderhouden. Veel van deze gebieden voldoen niet aan de 1:100-norm, schrijft Hilders in haar brief. Dat betekent dat ze niet zijn beschermd tegen een overstroming die gemiddeld eens in de honderd jaar kan voorkomen. Er is dringend beleid nodig om ook deze hoge gronden goed te controleren en te versterken, benoemd Hilders.
Geen officiële dijk
De brief verwijst onder meer naar Horn en Oost-Maarland, die bij de overstromingen van 2021 deels onder water kwamen te staan. “Deze dorpen hebben geen officiële dijk, maar lopen wel risico”, schrijft Hilders. Ze vindt dat de overheid meer moet doen om deze plekken te beschermen.
Ook het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) schiet volgens Hilders tekort. “Van de Limburgse dijken die vóór 2050 moeten worden verbeterd, staat meer dan de helft nog niet op de landelijke planning”. Volgens Hilders betekent dat dat die dijken in 2050 nog steeds niet sterk genoeg zullen zijn. Hilders roept de minister daarom op om in te grijpen. Het waterschap moet ervoor zorgen dat alle Maasdijken uiterlijk in 2050 aan de veiligheidsnorm voldoen, en dat de onbeschermde dorpen extra aandacht moeten krijgen.



