Geert Gabriëls na eerste jaar Tweede Kamer: ‘In al die shitload aan negativisme wil ik positief en inhoudelijk blijven’
“Natuurlijk vind ik het soms eng welke kant we politiek opgaan. Maar ik wil hoop blijven bieden en strijdlust tonen. Dat is wat ik doe”, zegt Weertenaar Geert Gabriëls na een jaar in de Tweede Kamer. Het fractielid van GroenLinks/PvdA kijkt bij VML Nieuws terug op zijn eerste jaar als landelijk volksvertegenwoordiger.
Gabriëls (45) kwam precies een jaar geleden niet als groentje binnen in de Tweede Kamer. Jaren als raadslid, wethouder in Weert en Limburgs gedeputeerde zaten al in zijn ervaringsportefeuille. Maar de Tweede Kamer is toch een ander verhaal. De nationale politieke snelkookpan: daar waar het gebeurt.
Op de vraag wat hij er zich van had voorgesteld en wat het nu echt is, moet de energieke Gabriëls lang nadenken. “Lastig. Ik had wel een hardere sfeer verwacht. En het is allemaal veel vluchtiger. Heb je een motie, dan heb je een uur. Dan moeten alle handtekeningen eronder staan. Ik ben van de inhoud en wil de diepte in. En de besluitvorming is trager. Veel meer juridisch, het duurt langer, het is op dat gebied stroperiger. Je moet ook blijven herhalen en herhalen als je iets gedaan wilt krijgen. En plots lukt het dan, heb je een Kamermeerderheid. De winst en de invloed zijn dan ook wel groter. Ik heb wel moeten wennen aan het alleen werken. Als wethouder en gedeputeerde word je goed ondersteund. Hier moet je veel zelf doen, waardoor het in zekere zin ook eenzamer is. Je hebt wel je fractie, maar die zitten in hun eigen overleggen en vergaderingen.”
Balans zoeken
Gelijkertijd draaien Kamerleden weken van zestig tot tachtig uur. “Dat is zwaar. Mijn man en ik hebben geen kinderen. Mijn kindje is dat ik me maatschappelijk heel hard maak voor zaken. En dan zeg ik eigenlijk nooit ergens ‘nee’ tegen. Ik voel nou eenmaal zo dat ik alles eruit moet halen. Maar soms tast dat je sociale leven aan. Dat je met pijn in het hart ergens niet bij kunt zijn. Ook in de weekenden gaat het door. En dat dan iemand zegt: wanneer kan het dan wel? Dan realiseer ik me wel dat ik het soms zelf niet zie. Dat het allemaal niet ten koste mag gaan van de mensen waarvan ik hou.”
Buitenwereld
De laatste tijd zijn de omgangsvormen in de politiek een groot onderwerp. De manier hoe politici met elkaar omgaan en hoe ze door de buitenwereld worden bejegend. Vorige maand was dat een belangrijke reden dat twee Kamerleden van NSC er de brui aan gaven. Gabriels vindt dat wel meevallen. “We gaan respectvol met elkaar om. Ook met PVV’ers doe ik dat. Ik ben het diep met ze oneens, ik verwerp hun standpunten, maar ik ga goed met de mensen zelf om. Maar in de plenaire zaal kan het er wel hard aan toe gaan.”
(tekst gaat verder onder de foto)
Maar tot zover de bubbel van de Tweede Kamer. Via social media worden de politiek én de politici vaak keihard aangepakt door de buitenwereld. Haagse politici staan volop in de spotlights en daar moet je tegen kunnen.
“Daar explodeert het, in de buitenwereld en social media. We weten het: Wilders verstuurt de meest giftige berichten. Dat vind ik slechte omgangsvormen. Er wordt op de man gespeeld, niet op de bal. Zie bijvoorbeeld Frans Timmermans. Mij gebeurt dat in mindere mate ook. Ik kan daar wel mee omgaan, ik was natuurlijk al in Weert die GroenLinkser in een gemeente waar veertig procent op de PVV stemt”, aldus Gabriëls. “Soms kruipt het wel eens onder je huid. Verder kan ik niks met dat negativisme, het kost energie en die heb ik hard nodig voor zaken die ik wel belangrijk vind.”
“Ik wil positief zijn. Ik heb als Kamerlid onlangs gezegd in een vergadering dat ik vandaag zoveel mogelijk mensen aan het lachen wil krijgen. Nou, daarop moest de hele vergadering lachen. Missie geslaagd. In al die shitload aan negativisme wil ik positief en inhoudelijk blijven. Ook ik val aan, maar dan wel inhoudelijk. Die overstromingen in Valkenburg zouden niets met klimaatverandering te maken hebben, zegt de minister gewoon. Dan krijg je me wel kwaad.”
Limburg en Weert
Gabriëls kreeg bij de verkiezingen achtduizend voorkeursstemmen, waarvan het grootste deel uit Limburg. Maar veel kiezers verwachten dan dat een afgevaardigde ook levert voor de regio. “Het woord Weert valt bij bijna elke vergadering en bijeenkomst. Verder ben ik echt heel vaak in Limburg en ben ik die Limburger in Den Haag. Ik ben bij Zevenellen, bij Chemelot, Venlo, Roermond, Heerlen nog onlangs, noem maar op.”
“Ik vind het hier ook fijner dan in de rest van het land. Ik ben liever hier dan daar. Qua cultuur, maar ook het dialect, mijn eigen leefomgeving. Gelukkig komt mijn persoonlijk medewerker uit Blerick, daar spreek ik dialect mee, dus dat scheelt al”, eindigt Geert Gabriëls lachend.