Wendy Van Eijk glundert na eerste jaar Tweede Kamer: ‘Bezig zijn op inhoud, dat vind ik echt leuk’
Echt iets op inhoud bereikt hebben, dat is waar Wendy van Eijk uit Weert het meest trots op is. Sinds haar aantreden als Tweede Kamerlid voor de VVD, nu een jaar geleden, heeft ze niet op de voorgrond gestaan. Bewust. Met VML Nieuws blikt ze terug op een jaar lidmaatschap van de Tweede Kamer.
Na een pittige verkiezingsperiode startte Wendy van Eijk, net als haar Midden-Limburgse collega Gabriëls, op 6 december 2023 als kamerlid voor de VVD. Na een vierjarige periode als raadslid en een vijfjarige periode als wethouder in de gemeente Weert mocht ze begin 2023 ruiken aan de politiek buiten de gemeentegrenzen. Ze was heel kort provinciaal statenlid in Limburg, om vervolgens aan de slag te gaan als Tweede Kamerlid voor de VVD. Echt op de voorgrond staat Van Eijk niet. Dat was al bekend bij het partijbestuur van de VVD, vertelt ze.
Zo vertelde ze bij haar gesprekken om op de kandidatenlijst te komen, aan het partijbestuur: “Als je iemand zoekt die iedere dag voluit gaat in de media, de voorpagina van De Telegraaf pakt, dan moet je mij niet nemen. Wil je iemand die op de inhoud probeert echt dingen voor elkaar te krijgen en samen met collega’s te werken aan constructief goede voorstellen, dan wil ik daar graag een bijdrage aan leveren.”
Nu een jaar later voelt het al heel gewoon: “Dit is mijn werk, dit is wat ik doe. Ik ben een van die 150 kamerleden. Dat is in die heel zin heel snel gegaan. Als ik Geert (Gabriëls, red.) tegenkom en we zitten samen achter de Tweede Kamer op de bankjes te wachten om de zaal in te kunnen, dan blijft dat heel bijzonder. Ik wil het niet heel gewoon gaan vinden.” Ze voelt zich thuis in Den Haag: “Ik ben goed geland en ben lekker met m’n werk bezig.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Reizen, studio’s en eenzaamheid
Den Haag is vanuit Weert, waar Van Eijk woont, niet om de hoek. Dat realiseerde ze zich al snel: “Ik heb me vrij snel voorgenomen om op dinsdag, woensdag en donderdag in Den Haag te blijven. Op maandag vertrek ik na het eten naar Den Haag en ik probeer op donderdagavond terug naar huis te komen. Dat lukt niet altijd met late stemmingen op donderdagavond. Als dat uitloopt, kom je gewoon niet meer thuis.”
Doordeweeks slaapt ze in haar eigen studio in het centrum van Den Haag. Dat is voor haar de ideale plek om zich terug te trekken, na een dag hard werken. Ze probeert op doordeweekse avonden wat extra werk te verzetten, om in het weekend ook echt ’thuis’ te kunnen zijn. Af en toe is dat lastig: “Het is ook wel eenzaam”, verklaart Van Eijk.
“Als bestuurder in Weert had ik een hele groep ambtenaren, nu heb ik een persoonlijk medewerker. En het is letterlijk eenzamer omdat je op jezelf bent aangewezen. Gelukkig is er een groep collega’s die van verder komt en in Den Haag woont. Daar eten we vaak mee samen of we drinken nog wat in de stad.”
Belastingplan
Van Eijk houdt van haar werk. “Geef mij een paar honderd pagina’s aan rapporten en dan ben ik best wel gelukkig. Omdat ik dat heel erg leuk vind om te lezen, om er van te leren en met mensen over te praten.”
In haar portefeuille zijn niet de meest eenvoudige onderwerpen terug te vinden. Ze is namens de VVD woordvoerder belasting, douane, toeslagen, kinderopvang, armoedebeleid en schuldhulpverlening. Recent werd in Den Haag het nieuwe belastingplan goedgekeurd. Voor Van Eijk het belangrijkste debat van het jaar. Na een periode van lobbyen, talloze kopjes koffie met Kamerleden van eigen en andere partijen, werd het plan goedgekeurd.
Van Eijk was tijdens het debat terug te vinden op de eerste rij blauwe stoelen in de kamer. “Ik mocht voorin zitten, naast Dilan (Yeşilgöz, red.). Normaal zit ik achterin”, omdat ze nog niet zo lang Kamerlid is, legt ze uit.
“Ik ben supertrots dat het belastingplan het gehaald heeft. Ik heb er ook echt de complimenten en waardering voor gehad in de fractievergadering, een week later.” Ze reflecteert nog eens op de eerste 365 dagen als Kamerlid: “Ik kan echt oprecht zeggen dat ik goed geland ben. Ik heb alles al eens mee gemaakt nu. Een mooie kans om in het tweede jaar alles efficiënter proberen te doen.”
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)
Aan de slag voor Midden-Limburg
In haar werk als wethouder zag Van Eijk dagelijks waar ze mee bezig was. “Als ik door de stad fietste, zag ik dagelijks waar ik het voor deed”, glimlacht ze. “Op mijn portefeuille is dat nu wat lastiger. Er zitten wel thema’s in die Midden-Limburg raken. Denk bijvoorbeeld aan de accijns op brandstof. We hebben er keihard voor geknokt om te zorgen dat de accijnsverlaging die we hadden nog een jaar te kunnen voortzetten.”
“Het is super betekenisvol voor ondernemers in de regio dat niet iedereen de grens overgaat om te tanken of boodschappen te doen.” De onderwerpen waar Wendy woordvoerder voor is, gaan iedereen aan. “Mijn plannen raken iedereen”, licht ze toe.
Maandagen en vrijdagen zijn voor werkbezoeken door het land. “Het komend jaar wil ik proberen wat meer bezoeken in de regio te plannen”, vertelt Van Eijk.
De komende 365 dagen
Van Eijk blikt terug op het afgelopen jaar en ziet dat ze vooral reactief gewerkt heeft. Ze bereidde zich voor op voorstellen die naar de Tweede Kamer gingen en de bijbehorende debatten. In de komende 365 dagen wil ze zelf graag wat meer initiatief nemen.
“Ik hoop in het aankomende jaar in mijn portefeuille meer agendasettend te zijn. Proberen om mijn eigen ideeën naar voren te brengen en daarmee iets meer te gaan sturen. Er ligt een groot vraagstuk rondom toeslagen. We hebben het met z’n allen zo ingewikkeld gemaakt. Iedereen wil dat eenvoudiger hebben. Ik hoop dat we daar een aantal stappen op kunnen zetten.”
Haar portefeuille behelst ook het herstel kinderopvangtoeslag. Daar heeft Van Eijk wel al concrete ideeën voor: “We moeten toegaan naar een stelsel waar we als overheid het geld rechtstreeks overmaken naar de kinderopvangorganisatie en dat ouders alleen een kleine bijdrage betalen nog. Dan is er ook geen risico meer op terugvorderingen.” Buiten die toeslagen ziet Van Eijk ook kansen op de arbeidsmarkt: “Meer mensen moeten meer werken om zo meer geld over te houden in de portemonnee. Dat is dan weer goed voor de koopkracht”. Om nog een wens uit te spreken voor het nieuwe jaar: “En wat meer in Weert zijn, dat zou ook mooi zijn.”
Iedere keer wanneer het over de inhoud gaat, begint Van Eijk te glunderen. Haar gezicht verandert, haar ogen glinsteren en er verschijnt een glimlach op haar gezicht: “Ja, die inhoud, dat vind ik echt leuk.”