Tienklapper van Fortuna Sittard tegen DFO ’20 kan avond niet verpesten: ‘Uniek om mee te maken’

Op een drukbezocht Sportpark ’t Ven in Kelpen-Oler bracht Fortuna Sittard een bezoek aan fusieclub DFO ’20. Ondanks de 0-10 overwinning van de Sittardenaren, liepen de spelers van de thuisploeg met een trots gevoel van het veld.

“Over de uitslag hoeven wij ons echt niet te schamen. Stiekem hoop je dat je niet wordt afgeschoten, maar het is een Eredivisieteam. De stand is totaal niet belangrijk”, vertelt DFO ’20-trainer Rachid Karidi. De oefenmeester had voor de wedstrijd tegen Fortuna zijn spelers vooral één ding meegegeven: plezier maken. “Ik had op het bord iets moois genoteerd ‘ga lekker genieten’. Dat was ook echt wat ik ze heb meegegeven. Ik was stiekem zelfs jaloers dat ik met mijn knieën niet meer mag voetballen”, vertelt Karidi lachend.

Naar uitgekeken

Voor de spelers van Fortuna zal het geen wedstrijd zijn waar ze over een aantal jaar nog aan terugdenken, maar voor de spelers van DFO ’20 is dat anders. Al weken keek de ploeg van Karidi uit naar de confrontatie met de Eredivisionist. “Dit maak je maar één keer in je leven mee om je te kunnen meten tegen een profclub. Echt een ruige ervaring en dit blijft wel even kleven. Het was een hele mooie avond voor de club, de selectie en het publiek”, laat DFO ’20-speler Tim Beek weten.

Mooie dag voor de club, selectie en publiek. Dit maak je maar één keer in je leven mee

DFO ’20-speler Tim Beek

Trainer Karidi weet precies hoe het is om tegen (oud)-profs te spelen. Zo’n 15 jaar geleden speelde hij tegen het RTL-sterrenteam en daar denkt de oefenmeester van DFO ’20 nog steeds met veel plezier aan terug. “Ik speelde tegen Michael Mols en daar heb ik het nog steeds over. Als ik de jongens bij SV Laar spreek heb ik het altijd over het moment dat ik de 1-0 scoorde. Dat zullen de jongens straks ook hebben.”

A-Selectie

Fortuna Sittard trad in Kelpen-Oler niet alleen aan met een jeugd- of reserveteam, maar ook spelers van de A-selectie stonden aan de aftrap. “Toen ik hoorde dat we tegen Fortuna moesten spelen, dacht ik eerlijk gezegd dat we het tegen een jeugdteam gingen opnemen. Maar dat er spelers van het eerste elftal in de basis zouden staan, dan verheug je je er nog eens extra op. Zeg maar gerust al een paar weken van tevoren. Hoe dichterbij vandaag, hoe spannender het werd. Ik heb er echt naar uitgekeken”, vertelt Beek trots.

Bijna gescoord

De mannen in het zwarte tenue wisten het Fortuna in de eerste twintig minuten knap lastig te maken en hielden goed stand. Halverwege de eerste helft opende de Eredivisionist de score, waarna ze in de eerste helft het net nog één keer wisten te vinden. Toch had DFO ’20-speler Tim Beek een nog mooiere avond kunnen beleven. Via een corner lukte het de lange speler bijna om Fortuna-doelman Koopmans te verschalken. “Er kwam een voorzet en die kopte ik net over de lat. Ik hoopte stiekem dat die erin vloog, maar helaas was het niet zo”, vertelt Beek lachend.

Tempo omhoog

Na rust zette de ploeg van Danny Buijs een tandje bij en dat was merkbaar aan de stand. Fortuna wist nog acht keer het net te vinden, waardoor de stand opliep naar 0-10. “Ik was echt positief verrast dat we met 0-2 gingen rusten. Maar in de tweede helft – en dat vind ik het mooie aan een Eredivisieclub – zie je dat het tempo niet omlaag gaat, maar juist omhoog”, aldus Karidi.

Ook Tim merkte het verschil ten opzichte van de tegenstanders uit de vierde klasse, waar DFO ’20 normaal tegen voetbalt. “Veel ballen over de flanken, voorzetten die in de zestien worden ingebracht. En ze blijven maar druk zetten. Maar je weet dat ze kwalitatief beter zijn. Je loopt eigenlijk alleen achter de bal aan, waardoor ik wel vermoeider was dan normaal”, aldus Tim Beek.

Pilsje

Na afloop doken de spelers van beide teams onder de douche, maar niet voordat de Fortuna-spelers handtekeningen uitdeelden en met fans op de foto gingen. Tim Beek hoefde zelf geen handtekeningen uit te delen, maar genoot naar eigen zeggen van een ander voordeel: “Ik ga een lekker pilsje drinken, dat mogen de profs dan weer niet”, zegt hij met een brede glimlach.