Dassen, vleermuizen en Beaumix vertragen verbreding A2
Rijkswaterstaat kampt met ecologische uitdagingen bij het verbreden van de A2. Er zijn elf dassenburchten, elf locaties met vleermuizen en een omstreden bouwmateriaal dat bestaat uit verbrand huishoudelijk afval.
De verbreding van de A2 tussen de knooppunten Het Vonderen en Kerensheide zal volgens de planning van Rijkswaterstaat eind 2027 zijn afgerond. Ecologische uitdagingen dreigen echter de weg te versperren. Boskalis, het bedrijf dat de werkzaamheden uitvoert, presenteert eind dit jaar een aangepaste planning, vertelt een woordvoerder van Rijkswaterstaat.
Verspreid langs de A2 hebben dassen vijf hoofdburchten en zes bijburchten gebouwd. Ze graven af en toe nieuwe gangen en ook de aantallen variëren door geboortes, sterfte en migratie.
De vleermuizen zijn te vinden op elf locaties, voornamelijk tussen Echt en Urmond. Daar kruist hun route de A2. Het gaat om zeldzame en beschermde ingekorven vleermuizen. Deze dieren zijn afhankelijk van specifieke leefgebieden. Ook hun aantallen kunnen variëren.
Strenge milieueisen
De afvalenergiecentrales wassen het bodemas dat is vrijgekomen bij de verbranding van huishoudelijk afval en zeven dit, zodat het materiaal voldoet aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit en vrij toepasbaar is. Het wordt gepresenteerd als innovatief bouwmateriaal en een duurzame vervanger voor schaarse primaire grondstoffen zoals zand. Het materiaal zou aan strenge milieu- en hygiëne-eisen voldoen.
Toch is er maatschappelijke weerstand tegen het gebruik van Beaumix. Zo maakt de Natuur- en Milieufederatie Limburg zich zorgen over de aanwezigheid van zware metalen, plastics en andere giftige materialen in Beaumix, zoals restanten van batterijen. De organisatie heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat gevraagd om een verbod op Beaumix totdat duidelijk is wat de langetermijneffecten zijn op de leefomgeving.